|
Bij penning wordt een stuk eigenlijk vast gezet. Het mag dan niet meteen spelen. Want ... bijvoorbeeld: je koning komt dan schaak te staan. Of je raakt een mooi stuk kwijt, bijv. een dame, en je krijgt maar een loper terug. Of, nog erger, je komt dan mat te staan! Je snapt: als je een stuk van de andere partij kan pennen, dan sta je er zelf goed voor. Penning is dus een prima truuk om een partijtje te winnen. Het hoort bij het toren-diploma. |
||
Voorbeeld 1 De loper op e7 is gepend door de toren op e1! Want ... als de zwarte loper verzet wordt, staat de zwarte koning schaak. |
Voorbeeld 2 Paard c3 is gepend door Loper b4! Hij kan niet verzet worden, want dan staat Koning e1 schaak. |
Voorbeeld 3
Lb5 bedreigt De2 en Tf1!Wit verzet gauw z'n dame, maar raakt z'n toren kwijt. Zwart ruilt loper tegen toren en verdient 2 punten!(5-3) |
Voorbeeld 4 Vier penningen tegelijk! Zie je ze allemaal?
Zwarte toren d7 door Lf5
Zwarte Pc5 door Tc4 Witte Pg2 door Tg8 Witte Le1 door Da1 |
Voorbeeld 5 Vier penningen tegelijk! Zie je ze allemaal?
Zwarte Pf6 door loper. Zwarte Ld7 door Tb7 Witte Lf3 door Tb7 Witte Pb2 door La3 |
Voorbeeld 6 Weer 4 penningen! Twee zwarte en twee witte.
Zwarte Lg6 door Tg2 Zwart Pd5 door Lf3 Witte pion-c3 door Ta3 Witte Lc1 door Ta1 |
