Printen overzicht

Italiaanse    (Open spelen)
1.e2-e4 die begint dus met de e-pion
1...e7-e5 2.Pg1-f3 de pion op veld e5 wordt aangevallen
2...Pb8-c6 dat ziet zwart natuurlijk, en zijn paard verdedigt de pion e5
3.Lf1-c4 dat is de zet om te onthouden; die 'hoort' er echt bij
3...Lf8-c5 zwart denkt: dat kan ik ook met m'n loper. Wat is de volgende zet van Wit, denk je?
4.O-O natuurlijk: hij gaat rokeren
4...Pg8-f6 oei, een gemeen zetje van zwart! zie je het?
5.Pb1-c3 Wit ziet het gelukkig wel!
5...O-O Zwart ook rokeren!
6.d2-d3 d7-d6 7.Lc1-g5 Pf6 gepend!

Vierpaardenspel   (Open spelen)
1.e2-e4 e7-e5 't is een soort familie, met het hetzelfde begin. Dat zijn de Open Spelen
2.Pg1-f3 Die zet hebben we meer gezien. Die moet dus wel goed zijn.
2...Pb8-c6 3.Pb1-c3 Weer een paard!
3...Pg8-f6 En dat is het 4e paard. Nou snap je de naam Vierpaardenspel?
4.d2-d4 Dit heet Schots Vierpaardenspel! Valt pion e5 aan! Wit kan ook anders
[4.Lf1-b5 (Spaans Vierpaardenspel)] 4...e5xd4 Zwart denkt: toe maar.
5.Pf3xd4 d7-d6 wil e4-e5 tegenhouden.
Siciliaans   (Half open spelen)
1.e2-e4 c7-c5 Nu eens niet e7-e5. Daarom hoort het bij de familie van de half open spelen.
2.Pg1-f3 Alweer dat paard!
2...Pb8-c6 3.d2-d4 Toe maar wit. Meteen die pion aanvallen!
3...c5xd4 4.Pf3xd4 Pg8-f6 Nu zet zwart meestal z'n andere paard.
5.Pb1-c3 Wit zit gelukkig niet te slapen. Anders slaat zwart pion e4.
5...d7-d6 Zwart denkt dus: zo kan ik lekker de loper op c8 gaan spelen. Het is een erg moeilijke opening.
6.Lf1-e2 Enz. enz....

Caro-Kann   (Half open spelen)
1.e2-e4 c7-c6 Dat is weer wat anders. Zwart lijkt een beetje voorzichtig.
2.d2-d4 Twee 'centrumpionnen' naast elkaar. Dat is sterk.
2...d7-d5 Zwart ook pion in't midden!
3.Pb1-c3 Als zwart pion e4 slaat, kan wit een pion terug pakken.
3...d5xe4 4.Pc3xe4 Zie je wel. Wit slaat ook een pion.
4...Lc8-f5 5.Pe4-g3 Anders was 't paard gepakt
5...Lf5-g6 Zwart is niet gek. Anders pakt Wit die loper.
6.Pg1-f3 Pb8-d7 7.Lf1-d3 Lg6xd3 8.Dd1xd3 En nu een keus:
8...e7-e6 of 8...Pg8-f6 of 8...Dd8-c7